Wanneer je in het buitenland bent, kijk je anders en beter. In Londen viel me ineens op dat papier en print een nieuwe plaats innemen in het contentaanbod. Iedereen is druk met z’n smartphone, tablet en een laptop, maar consumeert daarnaast toch ook allerlei informatie op papier. Papier is nog steeds geliefd. Maar wanneer en hoe?
Het is geen graffiti, het is geen poster, maar ‘printgraffiti’. Uitgeknipte posters of geschilderde papieren afbeeldingen, op muren geplakt. Deze voorbeelden (hierboven en hiernaast) zag ik in de wijk Shoreditch.
Papier als revolutionair middel om je artistieke boodschap te uiten. Dat doen in dit geval eigenzinnige individualisten, maar die zetten meestal de trend, nietwaar.
In pijpela-winkeltjes in hippe buurtjes, en daar dan weer in een zijstraat, worden ontwerpen verkocht van kunstenaars. Zoals 3-d-geprinte sieraden, T-shirts met intelligente dessins en gezeefdrukte linnen tassen (waar je als middelbare mens even bij hapert, want liepen daar in ‘onze tijd’ niet louter ultralinkse kernwapen- en baas-in-eigen-buik-demonstranten mee?). Nu ben je met zo’n tas een trendy Millennial. Ik heb er dus onmiddellijk een aangeschaft.
In die winkeltjes dus, tref je ook rekken met zelfgemaakte tijdschriftjes en stripboekjes in kleine oplages. Daarin vertellen de auteurs/tekenaars een verhaal. Bij Lik & Neon kocht ik van Kate Hazelleen exemplaar. Kate fantaseert in ‘Single black glove’ over eenzame handschoenen, verloren op straat. Het is een met liefde en toewijding getekend boekje en kost 4 pond.
Ook zelfgedrukte posters en kaarten van zelfstandig ontwerpers en illustratoren doen het goed. Ze zijn bijzonder en origineel en professioneel zelfgemaakt.
Print is hier dus zowel op textiel als papier een nieuwe uitingsvorm van individuele ontwerpers die in gelimiteerde oplages een boodschap brengen in plaatjes en tekst.
Deze geheimzinnige vierkante bruine envelop stond in de hal van een vintage kledingzaak tussen stapels flyers en kaarten. Inhoud: een te gekke robotposter van illustrator Thomas Handy en 10 kaarten van kledingzaken, events en wervingsacties van een goed doel.
Een guerrilla-goodiebag dus. Met een cadeautje en mooi gemaakte reclame, die je vrijwillig meeneemt.
Uitgever is het marketingbureau van Don’t Panic, een online magazine met een ‘sense of humour’ dat nieuws verspreidt over kunst, muziek, film, stijl, technologie en evenementen. Ze verenigen slim de uitingen van kunstenaars en vormgevers zoals hierboven genoemd, met hun eigen reclame en marketing.
-
Niche-magazines
The IT Factor trof ik in de Saint Peter, de kerk van de Italiaans-katholieke gemeenschap in de Britse hoofdstad.
Het is een lifestyle magazine opgericht door Italianen ‘on the shores of the river Thames’.
“It is young but has a keen eye for spotting and exploring similarities and differences between the UK and the good old sunny motherland”, aldus uitgever The Italian Project die het blad richt op die ene smalle doelgroep: de jonge Italianen die in het barbaarse en tegelijk puriteinse Londen wonen. Dat levert een hilarische clash op, waar veel over te vertellen valt, met in dit nummer onder andere een artikel getiteld ‘Flirt with an Italian but marry a Brit’ en een artikel over hoe English Breakfast je bedprestaties kan verbeteren.
In een koffietentje las ik Caffeine, een blad dat zich volledig richt op koffiedrinkers en koffieschenkers. Inmiddels is er in Nederland ook zo’n tijdschrift, dat zich richt op liefhebbers van thee, koffie en chocola: KoffieTcacao.
Voorbeelden van tijdschriften voor zeer specifieke doelgroepen die graag nog een blad lezen over hun liefhebberij (en de edities waarschijnlijk ook langere tijd bewaren als lifestyle-artikel) en op die manier dus trefzeker zijn te bereiken.
Ouderwets, een krant? Ja, in Nederland hebben de reguliere dagbladen het zwaar. Weinigen lijken ze nog overtuigd te lezen. In Londen worden kranten dagelijks en wekelijks gemaakt, zijn ze vuistdik en gratis. En niet eens beroerd.
De Evening Standard is de krant die met name de reizigers in de Underground en Overground als doelgroep heeft: 1.265 miljard mensen per jaar, dus da’s een leuk getal ook adverteerders mee binnen te hengelen en loont de moeite om dagelijks een flinke stapel kopij voor te tikken.
Supermarktketen en hofleverancier Waitrose brengt wekelijks in alle filialen van Groot-Brittannië een vette tabloid uit van 48 pagina’s, vlak voor het weekend. Niks geen strak gestylde semi-glossy met recepten en productstyling zoals je in de Nederlandse supermarkten ziet, maar een Telegraaf-dikke krant vol culturele weekendtips, columns, interviews, een beetje glamour en bijvoorbeeld een lifestyle-artikel met Pippa Middleton als hardloopcoach. Ook vaste rubrieken zoals van de Waitrose-diëtiste, de Waitrose-wijnkenner en sport en het weer komen aan bod. Klassiek opgebouwd volgens beproefd recept. En: aardig lezenswaardig.
Kranten zijn dus klaarblijkelijk nog steeds een goede vorm om een heel groot en divers publiek mee te bereiken, mits gratis, mits goed gedistribueerd, mits lezenswaardig genoeg.
Ook voorbeelden van hoe papier en content toch verliefd blijven? Ik hoor het graag!